Geschiedenis

Historiek van het recreatieve volleybal in het Brugse.

Het recreatieve volleybal is opgestart in 1964 als een corporatieve competitie, 'KORPO', georganiseerd over de maanden mei-juni-juli-september met 6 clubs en 6 ploegen. Dit werd georganiseerd onder auspiciën van het 'Belgisch Volleybalverbond, Provinciaal Komitee van West-Vlaanderen'.


Vanaf 1967 werd de Westvlaamse corporatieve competitie opgedeeld in 2 zones:

  • Zone Kortrijk-Roeselare met 5 ploegen en Brugge-Oostende met 6 ploegen.


Vanaf 1968 nu nog enkel Zone Brugge met 7 clubs en 8 ploegen, enkel bedrijfsploegen.

Het aantal bedrijfsploegen bleef stijgen tot 19 ploegen in 1972.


Met Vetro De Haan kwam de eerste recreatieve ploeg in de corporatieve rangen geslopen in 1973 en dit als 'aanklevende kring'.

Er werd gespeeld in 2 reeksen met telkens 10 ploegen zijnde:

  • Clayson Zedelgem – Clark A E Brugge – Siemens Oostkamp – Provo – Brugfina – Generale Bankmy Brugge – Neptunus Brugge – Brugeoise – Ombesa Brugge – Kredietbank
  • MBZ Brugge – Politie Brugge – Rijkswacht Brugge – Dielekt Brugge – Sint-Janshospitaal Brugge – Siemens II – Spoorvok Brugge – Clayson II – Justitia Brugge – Vetro De Haan


Daar er behalve corporatieve ploegen ook meer en meer puur recreatieve ploegen deelnamen werd er vanaf 1974 twee klassementen opgemaakt: één met alle ploegen en één met enkel de corporatieve ploegen.

Vanaf het seizoen 1979-1980 is de competitie omgedoopt tot VLM-Volley Zone Brugge en waren er ondertussen 31 ploegen, dit na het stopzetten van de 'Vrije Volleybalreeks' op vrijdagavond waarvan alle ploegen de overgang maakten.

In het seizoen 1979-1980 kregen alle ploegen de benaming 'Recreatief'.

Vanaf het seizoen 1981-1982 is er ook voor het eerst een damesreeks met 4 ploegen (CBRT 2 en 4, Dewisa 3 en RIASVO). De 3 recreatiereeksen hadden ondertussen 34 ploegen. 

Door de jaren heen zijn de benamingen van de reeksen meerdere malen veranderd van/ naar (corporatief, recreatief, bijzondere reeks, enz.).

Steeds meer ploegen namen deel aan de VLM-competitie. Zo waren er in het seizoen 1990-1991 reeds 20 damesploegen en 37 recrea ploegen. In 2002 bereikte de Zone Brugge zijn piek wat het aantal deelnemende ploegen betrof nl. 74.

Naast VLM-Zone Brugge hadden andere provincies eveneens hun recreatieve competitie: 
– Oost-Vlaanderen met VOBOG en de “Beker van de Rozenstreek”

– VLM Brabant > heeft nog steeds die benaming 
– Essense Volleyballiga

– Dekotap > nu Recrea Volley Oostende of kortweg RVO.


Daar we toen nog niet in het digitale tijdperk waren kregen alle ploegen vóór aanvang van het seizoen een kalenderboekje en was er ook een veertiendaags VLM-tijdschrift met info, uitslagen, klassementen en nieuwtjes van de verschillende regio's.

Alle kampioenen en bekerwinnaars uit de verschillende provincies speelden, na de lokale competities en bekerwedstrijden, voor de Supercup.



Share by: